Doorgaan naar hoofdcontent

Versterving en recycling

Een tijdje geleden heb ik bij de Aldi een verlengde arm gekocht. Bud vindt hem prachtig. Bij het buiten spelen was hij allerlei straatvuil tegengekomen, en nu vraagt hij al dagen of we samen vuil gaan oppikken. Ach, een rondje na het avondeten kan geen kwaad.

Gewapend met grijparm (Bud) en een grote plastic zak (ik) begonnen we onze ronde. Veel plastic zakken, eetverpakkingen, vijf blikjes en een gebroken fles, een gebroken glas, een gebroken mok, een gebroken ruit (?) in vijf stukken, vier weedzakjes, vijf Marlboropakjes, een paar plastic doppen en ontelbaar veel sigarettenpeuken (met witte filters - dat is nieuw zeker) gingen in de tas.

Onderweg waren we ook een jonge ekster en een kauw tegengekomen. Vroeger zag ik nooit jonge vogels die nog niet konden vliegen. Dit jaar hebben we al een ekster begraven (in de kliko). De nestkast in de tuin heb ik uitgeruimd, nadat papa en mama vogel na 1-2 weken niet aflatend voedseltransport de zorg hadden opgegeven. De nestkast voor ons huis vertoont ook geen activiteit meer, daar verdenk ik de ekster van die ik bij het nest heb zien rommelen.

Na onze opruimactie voelt mijn hoofd wonderbaarlijk leeg en verfrist. Het woord 'versterving' komt in mij op. Een actie die iets goedmaakt. Onze buurt is schoner, ik heb geduld beoefend (dertig peuken oprapen met een grijper...) en nederigheid.

Een buurman die wij passeren biedt aan de blikjes bij de kringloop in te leveren.